PASTORIE genaamd `De Weem’ van het dwarshuistype is gebouwd in 1882 in een sobere Eclectische stijl en hoorde bij de reeds beschermde Nederlands Hervormde kerk van Westernieland (Rijksmonumentnummer: 14567). Het huidige pand werd in 1882 achter een oudere pastorie gebouwd. De gevels van de kerk werden toen voorzien van dezelfde blokbepleistering als de pastorie. De oude pastorie had haar ingang aan de westzijde, waar vroeger het dorp lag. De nieuwe pastorie heeft de ingang in de oostgevel, gericht naar het inmiddels verplaatste dorp. Het oudere gedeelte is in de jaren dertig van deze eeuw afgebroken; ervoor in de plaats kwam het huidige achterhuis. Voor de pastorie en kerk loopt een HEK (waarschijnlijk uit tweede helft 19de eeuw) met gegroefde gietijzeren pijlers met knoppen en smeedijzeren regels en stijlen, dat beide gebouwen van de Schaapweg scheidt. Een betonnen voetgangersbrug uit de jaren dertig van deze eeuw vormt de verbinding tussen de kerk- en pastoriegrond. De pastorie is beeldbepalend gelegen aan het eind van de weg naar Baflo, aan de noordzijde van de kerk. Omschrijving Een bouwlaag hoge PASTORIE opgetrokken in een sobere eclectische stijl, bestaande uit een voorhuis en een achterhuis. Voorhuis op rechthoekig plattegrond heeft in blokken gepleisterde gevels met een gepleisterde plint; gevels worden beëindigd door een kroonlijst. Voorhuis wordt gedekt door schilddak met aan de oostzijde geglazuurde blauwe Hollandse pannen en aan de westzijde geglazuurde blauwe gegolfde Friese pannen; op beide hoeknokken een gemetselde schoorsteen; in westelijk dakschild twee niet-originele dakvensters. Vensters zijn T-vensters beëindigd door een korfboog. Entree bevindt midden in oostgevel; dubbele paneeldeur met rooster van smeed- en gietijzer voor beide deurvensters; bovenlicht met gietijzeren levensboom wordt beëindigd door korfboog; omlijsting met korinthische pilasters en beëindigd door kroonlijst; natuurstenen stoep van twee treden hoog. Aan weerszijden van entree twee vensters. Zuid- en noordgevel hebben elk twee vensters. ACHTERHUIS op rechthoekig plattegrond heeft eveneens in blokken gepleisterde gevels met een gepleisterde plint; gevels worden beëindigd door kroonlijst die lager ligt dan die van het voorhuis. Achterhuis wordt gedekt door een schilddak dat op die van het voorhuis aankapt; pannen zijn geglazuurde blauwe gegolfde Friese pannen; op nok een gemetselde schoorsteen. Entree van achterhuis bevindt zich in zuidgevel; houten deur uit jaren dertig met glas-in-lood deurlicht en een smal bovenlicht; twee treden hoge stoep van rode baksteen. Naast deur een natuurstenen gevelsteen die vermoedelijk afkomstig is van de oude pastorie die in de jaren dertig is afgebroken. De voorstelling van de gevelsteen laat een waterput met aan weerszijden een persoon zien. In zuidgevel verder twee driedelige vensters. In zuidelijk dakschild een rechthoekige dakkapel. Westgevel heeft een houten opgeklampte deur met bovenlicht en lage stoep, een T-venster en twee vermoedelijk niet-originele vierkante vensters. Noordgevel heeft een enkelvoudige en twee dubbele T-vensters en een klein niet-origineel venster. INTERIEUR van het voorhuis heeft originele indeling en originele schuifvensters met vensterbanken. Waardering Pastorie met hek van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang: – als voorbeeld van een pastorie met hek uit 1882 in de provincie Groningen – vanwege de sobere, verzorgde eclectische vormgeving en het materiaalgebruik – vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van de verschillende onderdelen – vanwege de ruimtelijk-visuele en functionele relatie met de ernaast gelegen kerk – vanwege de beeldbepalende ligging in het dorp Westernieland
Cabaretier Freek de Jonge is er, als zoon van de toenmalige predikant ds. A. de Jonge, in 1944 geboren.
Een andere bekende bewoner was diens opvolger, dominee Alje Klamer, die later (van 1959 tot 1986) bij het Ikon-omroeppastoraat werkte en daarmee landelijk bekend werd.
De pastorie wordt nu particulier bewoond.